De Haflinger

De historie van de Haflinger gaat terug naar het jaar 1874, toen het huidige Haflingerras is gegrondvest. Van voor die tijd is bekent dat in het vroegere Oostenrijks Tirol werd gewerkt met een klein bergpaard. Doortrekkende ruiters hebben Arabisch bloed ingebracht waardoor het ras adellijke kenmerken kreeg. De combinatie van de Arabische hengst EL Bedavi XXII met een "Tiroler landesstute" bracht een hengstveulen voort genaamd Folie 249. Het staatshengstendepot van Sadl-Paura kocht hem als vier jarige waarvan alle Haflingerpaarden de trotse nakomelingen van zijn.De weelderige witte manen en de witte staart zijn de specifieke kenmerken van de Haflinger die in het begin van deze eeuw als uniforme eigenschap werden bereikt. Vijf stamvaders, Nibbio 1920, Willi 1921, Anselmo1926, Student 1927 en Massimo1927, bepalen in hoofdzaak de bloedlijnen van de Haflingerpaarden. In het stamboek spreekt men dan ook van de N-lijn, de W-lijn, de A-lijn, de S-lijn, de ST-lijn, en deM-lijn. Een aantal jaren geleden is hier nog de B-lijn aan toegevoegd. In 1961 vond de eerste import van de Haflingers in Nederland plaats. Sindsdien zijn er veel paarden uit Oostenrijk naar Nederland gehaald. Bovendien kennen we in Nederland een uitgebreide fokkerij van dit ras. De kwaliteit van de Nederlandse paarden kan zich meten met die in het land, waaruit ze destijds zijn geïmporteerd.